Spel van de week – 3 januari 2006
Een goed begin
" Een dag die nog moet komen lijkt langer dan een jaar dat voorbij is."
Thomas Fuller
Laat ik beginnen om mede namens mijn collegae stukje van de weekschrijvers een ieder het alle beste toe te wensen voor het komende verse jaar. Natuurlijk met veel gezondheid en succes zowel zakelijk als privé.
Zo wat gedaan is is gedaan. En we kunnen fijn ook weer opnieuw beginnen met een nieuwe competitie. De districtsviertallen zit er op en het was voor een aantal teams het jaar van net niet. Laten we hopen dat voor de landelijk opererende teams het ook niet net niet wordt. Er komt voor zowel de 1e als de 2e divisie nog een spannend weekend aan.
| Spel: 10 Gever: Oost Kwets: Allen |
 10632 |
|
 V9863 |
||
 B52 |
||
 3 |
||
| AB |
|
H87 |
| A4 |
5 |
|
| 9876 |
AV43 |
|
| AHB96 |
V8732 |
|
| V954 |
||
| HB1072 |
||
| H10 |
||
| 105 |
Stel zuid begint met kwetsbaar iets zwaks te openen met beide hoge kleuren. En als oost beland je uiteindelijk in 6. Noord start met een kleine en zuid speelt de heer.
De vraag is nu hoe je dit contract afspeelt. Je kan natuurlijk zoals Ger Clemens deed troef trekken en A en een kleine na spelen. Het aardige is als je wat beter naar het spel kijkt dat het eigenlijk helemaal niet uitmaakt hoe de zitten. Of die nu 3-2, 4-1 of zelfs 5-0 zitten met de heer goed of fout het maakt niet uit. Het enige dat nodig is voor dit contract is dat V goed zit en er geen singleton in een hoge kleur bij de tegenstanders.
Ok kijk even mee. A, naar de dummy (als de 3-0 zitten moet je even opletten dat je het juiste tempo van troef trekken neemt). naar de B, A, A, getroeft en op H een weg nu met naar de hand. Er blijft dan over:
| Spel: 10 Gever: Oost Kwets: Allen |
10 |
|
| V9 |
||
| B52 |
||
| - |
||
| - |
|
- |
| - |
- |
|
| 987 |
AV43 |
|
| 96 |
V |
|
| V |
||
| B10 |
||
| H10 |
||
| - |
Als je nu een 9 door laat lopen of alles dekt wat noord boven de 9 speelt heb je het contract altijd gehaald. Als zuid aan slag komt moet hij namelijk in de overgebleven vork spelen of in de dubbelrenonce. In beide gevallen maak je 6. Eigenlijk een Sint en Schipperheyn voorbeeld van een eliminatie.
