Spellen van de Week

Spel van de week 3 mei 2016—Willem jan Maas

Een beetje techniek

De gevaarlijke hand

U heeft allemaal vast wel eens gehoord van de "gevaarlijke hand". Dit is de hand waarvan u niet wilt dat-ie aan slag komt omdat deze hand u (potentieel) kwaad kan doen. Een voorbeeld is, stel u heeft

AB104
H932

en u moet 3 slagen halen zonder dat West aan slag komt. De reden dat u niet wilt dat West aan slag komt kan bijvoorbeeld zijn dat West nog een paar vrije kaarten heeft in een kleur die Oost niet meer heeft en het contract is SA. Als u West niet aan slag wilt hebben simpelweg omdat u het een vervelende vent of vervelend wijf vindt en hem of haar daarom geen slagen gunt, heeft dat overigens niets met de gevaarlijke hand te maken. In zo'n geval spreken we van de irritante hand…

De zekere manier om 3 slagen te halen zonder dat West aan slag komt is simpelweg op de V snijden over West (dus de 2 naar de 10 spelen en later eventueel de snit herhalen). Heel simpel, toch? Als Oost de gevaarlijke hand is doe je het precies andersom, dus snijden over Oost. We hebben hier dus te maken met een zekerheidje mits we kunnen bepalen wie de gevaarlijke hand is. Jammer genoeg weet je niet altijd wie de gevaarlijke hand is, maar gelukkig is het soms ook zo dat er geen gevaarlijke hand is. In het laatste geval hebben we doorgaans te maken met een pletterdood (of juist kansloos) contract.

Tempo

Inzicht in de gevaarlijke hand kan uw resultaten zeer positief beïnvloeden. Een ander begrip dat een centrale rol moet hebben in het zoeken naar het juiste speelplan is tempo. Nee, niet heel snel of juist heel langzaam spelen in de hoop dat de tegenstander zich vertrekt of in slaap valt, maar de tijd die het kost om in een kleur (of de hele hand) het aantal slagen te ontwikkelen die je nodig hebt.

Als voorbeeld:

HVB
432

of

VB109
6543

In beide gevallen kun je 2 slagen ontwikkelen, maar in het onderste geval moet je twee keer van slag en in het bovenste geval maar één keer. Als het contract bijvoorbeeld SA is en je hebt nog maar twee slagen nodig terwijl je nog maar één stopper in "hun" kleur hebt kun je de bovenste kleur dus wel gebruiken maar de onderste niet. Men zegt dan dat je geen (of "niet het") tempo hebt om de hartens te ontwikkelen.

De praktijk

De voorbeeldjes die ik hierboven gegeven heb waren heel elementair, maar de technieken komen vaak voor. Neem nou spel 22

Spel 22 Noord
O/OW H104
V9
1054
H10842
AV53 862
1075 HB8432
HV63 AB
B7 A9
B97
A6
9872
V653

Je zit in 4 door Oost en Zuid komt uit met 3. Je moet nu eerst je slagen tellen. Als je twee hartens af moet geven heb je potentieel altijd 4 en 4 en twee Azen. Moet kunnen dus. Er zit echter een addertje onder het gras. Als H mis zit dreigt het verlies van 1, 2 en 1. Dan kom je dus niet aan je 10 slagen toe. Nu heb je die hele schoppensnit niet nodig, dus die neem je alleen maar als de tegenstander je daartoe dwingt. De enige die dat kan is Zuid. Dit maakt Zuid in zekere zin de gevaarlijke hand en als Zuid aan slag komt en je uiteindelijk de schoppensnit moet nemen kan het zijn dat je niet het tempo hebt om je 10 slagen te ontwikkelen.

Om Zuid zo min mogelijk aan slag te laten komen is het verstandig om de klaver die Noord de eerste slag speelt te duiken. Deze speelwijze is dus weer een manier om de gevaarlijke hand van slag te houden.

Noord kan nu het beste "gewoon" klaver naspelen, maar er zullen ongetwijfeld mensen zijn die nu troef spelen ("om de klaverintroevers tegen te gaan") en dan zit je virtueel op rozen.

Speelt Noord klaver na, dan lijkt het niet zo gek om een hartje uit de hand te spelen (onmiddellijk winnend zoals de kaart ligt, maar bijvoorbeeld ook bij A sec in Zuid). Je verliest twee harten, maar doordat de schoppen beschermd zijn (tenzij Zuid de A pakt) heb je genoeg tempo om troef te trekken en je schoppens weg te doen op de ruitens.

Het zit er weer op. Volgende week start de laatste competitie van dit seizoen. (Mag ik zeggen gelukkig paren?) met één paar van debutanten in de A, de heren de Hoogt en van Noort. De andere promovendi speelden al (veel) vaker in de A. Een rondje B voor de degradanten uit de A die er ongetwijfeld alles aan gaan doen om het verloren terrein terug te verdienen.

Epiloog

Nog even iets over de gevaarlijke hand. Als jij als tegenspeler de gevaarlijke hand bent wil de leider niet dat je aan slag komt. Het verdient in zo'n geval te overwegen om "hoog" te spelen als de leider een kleur speelt. Ook in de gevallen waarin dat traditioneel wordt afgeraden zoals in de tweede hand ("tweede hand laag"). Als je in de tweede hand zit en je bent de gevaarlijke hand probeer dan eens hoog te leggen. Soms loopt dat erg goed af.