Spellen van de Week

Spel van de week 6 februari 2018—Willem jan Maas

In aanloop tot…

Hij komt er weer aan, de kampioenscompetitie (KC). Ik vind dat zelf erg leuk, je ziet weer eens anderen aan tafel, het is paren en geen Butler (mensen die mij een beetje kennen zullen weten dat ik dat geen gering voordeel vind), en, niet in het minst, je kunt in de competitie die er direct aan voorafgaat "gratis" degraderen. Dit laatste heeft er voor Hedwig en mij al meerdere keren voor gezorgd dat we nog nooit in de B-lijn hebben gespeeld. De keerzijde van deze medaille is dat er ook mensen zijn die in de competitie voorafgaand aan de KC promoveren en uiteindelijk niet in de A spelen. Dat is jammer of prettig, dat zal eenieder anders ervaren. Tot slot van mijn, wat overdreven lange, inleiding wil ik iedereen oproepen om zich te realiseren dat in de KC rijp en groen door elkaar speelt en dat niemands leven van de resultaten afhangt. Laten we er dus voor zorgen dat iedereen een leuke KC heeft.

Zoals wel vaker voorkomt waren Hedwig en ik bezig te degraderen, maar toen kwam de laatste avond. Voor ons de enige fatsoenlijke avond van de zes, maar het was genoeg.

Speelfiguur

Een spel wat ik aardig vond was spel 3

Het normale contract is 4. Wordt dit gespeeld in Zuid dan is een klaverstart het beste. Als je dan de schoppens fout doet, ga je down. In de huidige tijd van transfer- en/of multi-openingen zit het echter ook vaak in Noord. Dan ziet het leven er anders uit. Een hartenstart is weliswaar in de vork, maar kost geen slag omdat er niks zinnigs weg kan op de derde harten. Een ruitenstart is desastreus, er kan uiteindelijk een klaver weg op de ruiten. Dit levert 11 slagen op (als je de troeven goed doet). Je moet dan nog wel een beetje zorgvuldig spelen. Bij ons nam de leider 10 met de B, ging naar A, speelde een troef naar de 10, maar kreeg een ruitenintroever tegen, verloor dus twee troeven en een klaver.

Er bleken ook mensen te zijn die de schoppens verkeerd hebben gedaan, en dat is echt niet goed. In eerste instantie zou je denken dat het leggen van de H en de 10 gelijk zijn, maar dat is maar schijn. Je kunt dat zonder rekenen makkelijk beredeneren door je te realiseren dat als de A goed zit maar de V sec fout je de H moet leggen, als de V goed zit maar de A sec fout je de 10 moet leggen en dat deze twee combinaties gelijkwaardig zijn. Wat echter de doorslag geeft is dat AV6 goed kan zitten, dan is de 10 goed en de H fout. De 10 is dus de goede kaart.

Er is wel een psychologische hindernis te nemen en dat is dat als je een kleintje speelt en de 6 komt op je het altijd goed kunt doen als de kaart die je legt er iets toe doet. Hierdoor kun je zo maar in de stress schieten.

Lui bieden

Ik heb het al vaker gezegd, bridge is (gelukkig) eigenlijk te moeilijk. Neem nou spel 24.

Als West 1 opent, zullen een hoop Oosten simpelweg naar de schoppenmanche gaan. Ze houden zich aan de regel om de partner zo gauw mogelijk te steunen en zo eenvoudig mogelijk te bieden. Daarmee wordt echter voorbijgegaan aan het feit dat de 4–4 fit vaak een slag meer oplevert dan een 5–3 fit. Zo ook hier, in harten maak je 11 of 12 slagen (afhankelijk van of je de hartens goed doet), in schoppen 10 of 11 (ook weer afhankelijk van of je de hartens goed doet).

Klaas deed het tegen ons goed door op 1 van West 2 te antwoorden wat het partnership in staat stelde in harten te eindigen.

Mijn suggestie: leg met een 3 kaart steun en een mancheforcing hand je niet meteen vast aan schoppen.

Een oud dilemma

Op spel 18 deed zich een oud dilemma voor. Ik geef toe, het is belangrijker in parenwedstrijden dan in Butler of viertallen.

Zuid opent 1, Noord biedt 1, Zuid 2SA en de vraag is wat Noord nu moet doen. Het "normale" bod is nu gewoon 4. Om een aantal redenen dacht ik dat 3SA ook wel een optie kon zijn (8 punten, B98 SA in Zuid 4 in Noord). Uiteindelijk heb ik mezelf overtuigd van het bieden van 3SA en dat liep in de praktijk goed af (15/18). Toch bleef deze vraag mij bezighouden. Tijd voor een simulatie dus. Geef Noord de Noord hand en Zuid 18–19 evenwichtig met maximaal 4. Wat blijkt?

Als Zuid een doubleton harten heeft maak je als je 4 maakt in 65% van de gevallen ook 4SA. Als Zuid 3 (of zelfs 4) hartens heeft dan is dit zelfs zo in 69% van de gevallen. Dus als je nog een keer een toppie nodig hebt…?