Spellen van de Week

Spel van de week 8 mei 2018—Willem jan Maas

Een nieuwe lente en een nieuw geluid

De afgelopen competitie waren Hedwig en ik er niet en daarom heeft u ook al die tijd mijn gedachtenspinsels moeten missen. Gelukkig hebben mijn collegaschrijvers zich uitstekend van hun taak gekweten, zodat er elke week toch een spel van de week was. Nog bedankt daarvoor.

Nu is het dus weer mijn beurt, en ik moet u zeggen, ik heb er zin in vandaag. Eerst nog even een spel van de week schrijven…

Er is wat speculatie over de reden waarom Hedwig en ik een competitie hebben afgezegd. Boze tongen beweren dat dit was ingegeven doordat het cross-imps was maar nee, het werd veroorzaakt door het feit dat Hedwig heel vaak op dinsdag werkgerelateerde zaken te doen had. OK, doordat het cross-imps was was de animo om hier een oplossing voor te zoeken niet al te groot.

Bovenstaande is een wat oud geluid, maar met de nieuwe lente was er ook ruimte voor een nieuw geluid.

Een nieuw geluid

Met het nieuwe seizoen hebben Hedwig en ik besloten om onze conservatieve stijl een beetje te laten varen ten faveure van "extra druk op de ketel". Onder andere Kit Woolsey is hier een groot voorstander van en heeft ook aansprekende argumenten. Let wel, als u dit gaat doen, loopt het soms faliekant verkeerd af. Niet eens zozeer omdat u pijnlijk gedoubleerd wordt, maar eerder omdat uw partner, die verwacht dat u de gebruikelijke "bagger" heeft, met een redelijke hand niks doet en u daarom een manche mist als u toevallig wel een kaart heeft die er op lijkt. Als u dit binnen het partnership niet zonder ook maar met uw ogen te knipperen van u af kunt laten glijden is deze hyperactieve stijl niets voor u.

Maar goed, hyperactief dus, kwam spel 24.

Na een 1 opening van West (Bas van der Hoek, senior international in spé) volgde ik 3, bood Leo Hofland (ook al een senior international in spé) 5 en Hedwig 5. Bas deed er voor de mazzel nog een ruitje bij en na 2 passen was het aan Hedwig om het goed te doen. Nu is het "het goede doen" bij bridge soms erg ingewikkeld omdat je soms zelfs als je de kaarten van je partner ziet niet weet wat goed is. Op dit spel bijvoorbeeld is 6 goed als de ruitens bij de buren 2–0 zitten en als ze 1–1 zitten heb je (waarschijnlijk) twee Azen tegen hun slam. Kortom, te moeilijk. Gelukkig was het paren en geen cross-imps waar toch op een spel als dit al gauw de hele avondomzet om kan gaan.

Toch nog een oud geluid

Ik heb een heel oud boekje wat ik altijd gebruik om mensen wat verder in te wijden in competitief bieden. Het is competitive bidding in modern bridge van Edgar Kaplan en hoewel het al uit 1965 stamt is het verrassend actueel, en, belangrijker nog, als je de kennis uit dit boekje toepast gaat je bieden in competitie er met sprongen op vooruit.

Nu kwam er een spel voor wat zo in dit boekje had gekund. Stel je hebt de zuidhand van spel 6.

Het gaat links 1, partner doubleert en rechts past. Hoewel Kaplan erg stellig is dat partner niet zit te wachten op SA antwoorden op een informatiedoublet (hij is voorstander van lichte distributionele informatiedoubletten, vandaar) maakt hij een uitzondering voor dit type hand. Een lange lage kleur, waarvan je redelijkerwijs kunt verwachten dat-ie loopt, en een stopper. Dan zegt-ie kun je beter 3SA dan 3 laag bieden.

Op dit spel is dat niet helemaal het geval, omdat 3SA op zichzelf down kan, maar in de praktijk zul je het vaak maken. De al eerder genoemde Hofland en van der Hoek hadden dit boekje ook gelezen en haalden 550 in 3SA gedoubleerd. Omdat de heren van Dort en Heemskerk zelfs 460 haalden zou je ook kunnen denken dat 3 SA bieden met dit soort kaarten iets van de Gehaktmolen is.

Surrounding play

Weet u wat een surrounding play is?

Het is een figuur als deze

Vxx
AJ9x Hxx
10xx

OW kunnen 3 slagen halen met West aan slag als West niet met een kleintje maar met de B begint. De 10 van Zuid wordt als het ware "omgeven" door de A9.

Deze figuur moet je een keer eerder gezien hebben, maar dan kun je hem ook wel herkennen. Hij komt ook een trapje lager voor:

AJx
V108x Hxx
9xx

Begint West met een kleintje, dan maakt de leider 2 slagen. Begint West met de 10 dan is één slag het maximum.

Nou heb ik de surrounding play veel vaker gezien, dus spel 14 was voor mij geen probleem.

West was in 2 gedoubleerd beland en speelde na de uitkomst van 9 een klavertje op. Ik pakte met de H en speelde, omdat ik nu eenmaal een surrounding play herken, B na. Je ziet, het is nu onherroepelijk 3 down. 500 en de top van de zaal. Ehhhhh, dat wil zeggen als je niet nadat de B houdt de 9 naspeelt. Je partner denkt dan dat je B109 hebt en legt dus de H niet. De leider maakte de 10 en de top van de zaal werd 300 en 1 miezerige matchpoint. Oeps.