Déjà vu - 19 mei - Jos van Kan

Het gevecht om de overslag is weer begonnen en na de eerste zitting is de stand alweer een getrouwe kopie van de impen eindstand. Alleen Brulhoek cs. lieten het even afweten, maar gewoonlijk komen die wat later op stoom. In de paren moet je gewoonlijk veel meer risico's nemen dan in butler, met name in deelscoregevechten, omdat het vrijwel altijd kost om de tegenpartij op laag niveau het contract te laten.

Bang zijn, ook bieden

Een typisch geval was spel 2. Marten Wortel opende een zwakke SA, Sicco transfereerde naar 2 en Paul doubleerde op algemene kracht. Normaal spelen we dat als uitkomstdoublet, maar op zo'n hand kan het natuurlijk ook. Niek Brink en Bas Drijver adviseren zelfs om dit altijd als informatief op de beloofde kleur te spelen. Dat is een interessante gedachte, want dat laat je ook met wat zwakkere spellen in de baan komen. Maar dit terzijde. Marten converteerde en ik was blij, dat ik eraf was. Paul wilde in 2 nog niet uitverkopen en toen brak het moment van de waarheid aan voor OW. Bieden of niet bieden? Zij verkozen te passen en dat was 110 voor NZ en een gedeelde top. Het bieden van 3 kan op vier manieren winnen:

• De tegenpartij biedt nog en komt te hoog
• 3 zit er gewoon in
• 3 is 2 down, maar de tegenpartij doubleert niet
• 3 is maar 1 down

Zoals je ziet, kan 3 twee down gespeeld worden nu het contract in de O hand zit, door B start. Na een andere start wordt dat al heel lastig, omdat Z niet meer aan slag gebracht kan worden om in te spelen en de leider op de lange duur twee pitches heeft op H en de vierde . -100 ipv -110 levert een 6/16 ipv 1/16 en -50 10/16. Natuurlijk is -300 0/16, maar dat kost dus maar 1 MP.

Bijna goed

Willem Wortel en Laura Stappershoef produceerden een geweldige defense op spel 23, maar op het cruciale moment ging er toch nog iets mis. Allereerst het bieden: de N hand is een schoolvoorbeeld van de reden waarom ik negative free bids veel beter vind dan nieuwe kleur op 2 niveau forcing in competitieve biedverlopen. Als je negatief kunt doubleren met AHx VBxx Hx Bxxx, maar ook met deze hand, dan doe je iets niet goed. Hier loopt het nog een beetje omdat partner vier s meeheeft, maar ook nu komt het karakter van de W hand niet uit de verf. Enkele paren redden met 5 tegen 4 en houden daar 7/16 aan over.
H ziet er uit als een normale start tegen 4, waarna het contract niet meer down kan. Maar, waarschijnlijk bestierd door een hogere macht, legde Willem B op tafel, de downstart. Laura won met het A, incasseerde A en speelde uitekend een kleine onder haar A vandaan om Willem weer aan slag te krijgen voor de introever.
De hogere macht vond het verder welletjes en omdat de secundaire -fit in het bieden verborgen was gebleven realiseerde Willem zich niet dat het nu of nooit was en probeerde een tweede slag te incasseren, waarna 4 toch weer gehaald was. Bijna goed is ook fout, plachten we dan te zeggen...
Wat hij zich in ieder geval had moeten realiseren is, dat een tweede er nooit door zou kunnen komen, omdat partner geboden heeft en er dus vier heeft. En omdat er in niets meer te verdienen valt is naspel dan vrijwel automatisch.

Average?? What happened?

Je wint geen parenwedstrijden door op het gemiddelde te spelen en dat leidt af en toe tot bloedstollende taferelen, zoals op spel 12. Paul stortte zich kwetsbaar tegen niet in de bieding en haalde een partieel succes, doordat hij nu 3 gedoubleerd mocht spelen. Het lot van dit contract hangt ervan af of de tegenpartij je troefkort kan krijgen door steeds in te pompen. Dat gaat vermoedelijk wel lukken omdat je te vaak van slag moet. Maar Paul kreeg zijn kans, toen OW begonnen met twee rondjes troef en toen pas . Hij troefde de tweede, haalde de laatste troef en speelde op. Max ging op met de V en vervolgde weer met , die Paul troefde met zijn voorlaatste troef. Hij speelde nu een kleine op en dat was niet goed, want Leontien dook en toen zat hij opgesloten in dummy voor -500. Hij was de eerste om toe te geven, dat dit niet goed gespeeld was, want dat kan alleen maar winnen als W Ax van heeft gehad en dus een 5-4 hoog.
Dat was dus 0/16 ipv 16/16, want verder zat iedereen in 4. Daardoor stopte de teller op 65%, anders hadden we een historische 70+ gehad. Omdat Paul verder zowat alle spelletjes gespeeld heeft, kunt u hieruit afleiden, dat dit spel nogal onkarakteristiek voor hem was...

---