Sometimes a great notion -- 31 0ktober 2017 -- Jos van Kan

De clubviertallen competitie had zijn vierde avond en DBC-1 doet zijn naam eer aan door de ranglijst met voorsprong aan te voeren. Gehaktmolen staat 2e.

Tegenvaller

Op spel 4 heb ik als O, allen, V862  A9  A87  H963  Partner past, rechts (Kees Schipper) opent 1, ik pas, Henk zegt 3, conventioneel inv met 3c fit, doublet bij Joop en 4 bij Kees. Ik denk nu dat ik goede kans heb om dit twee down te krijgen en doubleer, maar kom van een koude kermis thuis, want het hele spel is: Vooral de VBx van in de dummy is een nagel aan de doodskist van het tegenspel. Na x start (B, A, troef) wordt V er uit gesneden en hoewel de leider tweemaal van slag moet in de rode kleuren zorgt de holding er voor, dat de leider niet troefkort wordt voor -790.

Biedprobleem

Op spel 10 heb ik als N, 4e hand allen: B10754  1042  AB3  42  Links opent 2, multi, partner doubleert en rechts 3, steun in beide hoge kleuren. Ik neem een pasronde, links past en partner biedt 4. Die heeft nu natuurlijk een heel goed spel met korte . De vraag is of ik nu moet passen of bieden en indien het laatste 4 of 5. Gezien mijn steun is 4 best een optie, omdat eventuele introevers aan de korte kant worden gemaakt. Ik besluit tot 4 en iedereen past, maar het is maximaal verkeerd want het hele spel is: Ik kan inderdaad twee maal troeven, maar dat gaat ten koste van het verlies van een paar troefslagen en de controle. Ook 5 zit er niet in en voor 4 moet je nog kaarten. Dus pas was verreweg het beste geweest. Een van de redenen is natuurlijk dat H ook 2 had kunnen zijn; dan heb je hetzelfde spel, alleen 3 punten minder en volg je gewoon 3 over 2, waarna alle kou uit de lucht is.

Soms niet nadenken

Het wordt soms "de meest misbruikte conventie" genoemd, RKC Blackwood. De reden: bedoeld om slams die twee keycards missen te vermijden wordt de conventie soms gebruikt om te kijken of het misschien slam kan zijn. Dat is de verkeerde volgorde: je moet eerst vaststellen of er voldoende slagenpotentieel is en pas dan of je misschien twee keycards mist. Zo nee, dan ga je naar slam. Conclusie: na het antwoord op RKC hoef je nooit na te denken, tenzij je niet tot vier kunt tellen. En het vervolg ligt ook vast: een vervolgvraag (naar troefvrouw) of een algemene groot slam poging (5SA). Als iets anders wordt geboden dat bedoeld kan zijn als eindcontract, dan mag je mijns inziens wel de speelsoort verbeteren, maar nooit het niveau. Een uitzondering is als op je kaart staat: "met 3 of 4 keycards gaan we altijd naar slam".

Naar 6 gaan nadat partner heeft nagedacht en afzwaait heb je daarmee ondervangen, maar naar 7 gaan nadat partner heeft nagedacht... Dat leidt altijd tot scheve gezichten en gemompel. In competitie verband tot een arbitrage die je altijd verliest. Conclusie: na het RKC antwoord niet nadenken.

Mensenwerk

Een van mijn geliefde quotes is "Het blijft mensenwerk, dus het gaat ook weleens goed." Op spel 24 heeft Joop een miraculeuze redding. Hij heeft 3  A85  AB9532  1086  en past. Partner opent 3e hand met 1, er wordt 2 gevolgd en hij biedt 3, (3), 4, (4). Na enig soulsearching besluit hij tot 5 en niemand doubleert. Het hele spel: 5 gaat maar net 1 down, omdat hij niet kan ontkomen aan een troefverliezer, maar 4 kan alleen maar down na een double dummy defense: troef x uit voor V en A, B voor de H weer troef na. De leider kan die wel in dummy nemen om op te spelen, maar dan stap je op om weer x na te spelen. De zijn nu geblokkeerd en de leider verliest in totaal drie slagen en een slag. Dat deze defense niet zo eenvoudig te vinden is bewijst de scoresheet: 4 en zelfs 5 wordt al dan niet gedubbeld gehaald.