When it rains, it pours -- Jos van Kan
Heeft u dat nou ook? Een slecht spel komt nooit alleen. Soms zelfs zonder dat je nou iets echt fouts of raars doet.
Pieter's finest moment
We traden in de eerste ronde aan tegen Pieter en Klaas en het eerste spel (A1) lag zo:
|
Klaas (N) opent 1, ik pas, Pieter 1
, Koos 2
(zwak) en na twee passers vat Pieter de koe bij de horens en biedt 4
. Dat is down na een
A start en
introuver, maar om begrijpelijke redenen start Koos met zijn singleton
. Daarin wordt hij vergezeld door alle andere W spelers. Dat is volgens Deep Finesse een maakstart (net als alle andere uikomsten behalve
A), maar Pieter is de enige die het contract nu maakt op de volgende leerzame wijze.
Hij neemt mijn 10 met het A, speelt AH om een
kwijt te raken, troeft een derde
en speelt
A. Op dit moment is er maar één maakvervolg en dat vindt hij:
H! Dat is natuurlijk altijd een goed idee, als niets aantrekkelijk is, breng je de tegenpartij aan slag in de hoop dat die er wat op vinden. Maar in dit geval heeft de TP geen keus. Koos is aan slag en heeft alleen nog maar
s en
B8. De troeven aanbreken eindigt het tegenspel direct, dus
is het enige, maar welke?
V maakt het hele
parlement op tafel hoog. Dat lijkt dus niet zo aantrekkelijk en hij kiest voor een kleintje. Pieter legt de 10 en ik kan het niet meer goed doen: introeven met de H laat de leider zijn
verliezer lozen en na introeven met de 9 (wat ik deed) troeft hij gewoon over om een kleine
na te spelen. Goed gedaan, want Koos heeft al
AV laten zien en zal
H waarschijnlijk niet hebben, gezien zijn zwakke 2 volgbod. Hij verliest nu maar één troefslag, tenzij ik
B in de surcoup laat maken. Dat deed ik ook, maar daarmee troefden we een verliezer van de leider af.
Ook het naspelen van V in de kritieke situatie leidt nog tot interessant spel, voor beide partijen. De leider troeft en hoeft zich niet meer te bekommeren om zijn
verliezer, maar hij moet de troeven zo aanspelen, dat hij hoogstens twee troefslagen verliest van HB98. Maar die zitten toch 2-2? Ja, maar O kan
troeven en W
. O heeft waarschijnlijk
H. Als de leider nu een klein troefje speelt en W komt aan slag speelt die
na, O troeft met de H en speelt
na die W troeft. W moet wel alert zijn en
B spelen op het kleine troefje van de leider, anders kan O niet anders dan overnemen.
Maar als de leider troef V speelt in plaats van een kleintje komt O aan slag en die kan zijn partner wel een introever geven, maar daarmee is de koek op. Geen enkele andere leider wist een uitweg te vinden uit dit oerwoud van varianten. Dus bravo, Pieter, mooi gespeeld.
Een Amsterdammertje
Op spel A3 heb ik als O (Z/OW):




Na twee passers opent Klaas 1. Ik moet hier even over nadenken. Als partner de goede kaarten heeft is het 4
, maar als het slecht zit kunnen we misschien niet eens 3 maken. We zijn kwetsbaar tegen niet en ik ga geen 500 inleveren tegen een deelscore. Ik bied dus voorzichitg 3
en iedereen vindt dat goed.
Pieter komt uit met 10 en ik zie dat ik het zowel goed als fout heb gedaan:
|
AH nemen de twee
-verliezers voor hun rekening,
naar de V houdt,
A,
ruff komt erdoor en omdat mijn troeven solide zijn van V t/m 4 kan ik nog een
-tje troeven, want dat kan alleen worden overtroefd door een tophonneur. Ik verwacht dik verlies, want zowel
als
start liggen niet zo voor de hand. Dat komt ook uit, want tegen ons nevenpaar (Roelof en Yvonne) werd 4
geboden en gemaakt. Dat was na spel 1 nog een keer -10 ofwel 020 na drie spellen, een Amsterdammertje.
Maar een paar speelt 4 down en nog gedubbeld ook Jolande en Robbert. Dat vind ik wel heel stoer. Uitkomst
A. Goed gedaan.