Spel van de week van 2 december — Hans NijssenAfspraak is afspraakOp mijn leeftijd nog debuteren en dan ook nog last hebben van plankenkoorts? Het is toch waar. Je bevindt je per slot van rekening in een elitair gezelschap. Ineens draag je bij aan een rubriek waarvan ik weet dat die ook buiten de club wordt gelezen. Zonder goed te beseffen waar je aan begint heb je ja gezegd en sta ik deze week dan ook aan de lat. Maar schoenmaker blijf bij je leest, dacht ik. Ik geef (met veel plezier) les aan beginners en clubbridgers. Dat is mijn doelgroep. Wedstrijdbridgers zijn mij te hoog gegrepen. Ik werk in mijn lessen met motto’s en hamer voortdurend op het maken en nakomen van de afspraken. Ik spiegel dan de deelnemers succes voor, zoals het bereiken van de A-lijn in hun club. Laat ik mijn motto’s dan ook maar als uitgangspunt nemen voor mijn bijdragen. In spel 10 opent O met 1
Start, uiteraard in de kleur, die partner heeft tussengeboden, met een kleine schoppen. In mijn lessen vertel ik altijd met een 3-kaart met de kleinste en met een 2-kaart de hoogste te starten. De 2 duidt op een 3 kaart (met 1 schoppen heeft de leider er 5, waaronder B, T en is 3SA potje). Z weet dan de verdeling en ook dat de leider (toch) een schoppen stop heeft, leider B 3e en dummy V 2e. Toch, omdat want B 3e geen stop is. Z kan klein leggen, maar beter is opstappen met de A en met een kleine vervolgen (als partner onverhoopt B 3e heeft). Speelt Z na de A ook nog de H dan wordt 3SA gemaakt. Tien keer wordt 3SA geboden, alle keren met schoppen gestart en toch 3, feitelijk zelfs 4 keer, gemaakt. Spel 8Hoe moeten onderstaande handen worden geboden?
W opent met zijn langste kleur, 1 Terecht? In een cross-imp competitie lijkt mij dat wel. Moet de troefkleur harten of schoppen zijn? Ik houd in mijn lessen de deelnemers altijd voor dat een 44 fit prevaleert boven een 53, omdat de 53 fit zich leent om één of twee vuiltjes op te ruimen. Het veld denkt daar blijkbaar toch anders over, want de verdeling is 5 tegen 7. Opnieuw op les? Bijzondere verdelingTot slot nog een spel waarbij de kaarten toch wel heel bijzonder verdeeld zijn. Het spel (11) lag als volgt:
Z heeft een verdeelde hand en 15 HP en opent dus 1SA. W volgt met 2 2e hand klein
Eén van de eerste dingen die je beginners leert is 2e man klein, 3e man doet wat hij kan. Een afspraak in beton gegoten. In spel 12 maak ik daar drijfzand van. De TP weet het onverliesbare 4 |

(12-19, langste kleur), Z volgt 1
(5-kaart, 2 tophonneurs) en W antwoordt 1SA (6-11, niet forcing, schoppendekking). Ik had de neiging onderdrukt om 1SA te openen en kreeg nu alsnog de kans mijn voorkeur voor SA uit te spreken en bood 2SA (15-17, onverdeelde hand), W kopt de bal in de goal. Het spel lag als volgt.
). Ik pas, zie geen reden om de schoppen te noemen en na de (verplichte) 3 klaveren van Z biedt W 3
dat wordt uit gepast en precies gemaakt wordt (start schoppen B). Eén paar biedt (toch) schoppen, zelfs 4 en maakt dat. Op papier is 4 niet te maken is, maar de verdediging vindt nooit die enige kans (na klaveren start vervolgen met kleine ruiten!) om het contract down te spelen.