Spel van de week

Kijk op kans (II)- 6 april 2004 - Jos van Kan


De bliksem slaat nooit tweemaal in op dezelfde plaats
Oud Chinees spreekwoord

"Waar is WJ?" vroeg ik, in lichte paniek. Tevergeefs. Deze week zult u het weer met mijn selectie moeten doen. Allereerst hulde aan Rob Dankers en Peter van der Stap, die hun voorsprong ongeschonden naar de eindstreep wisten te dragen. Zij zijn de clubkampioenen 2004/2005.

And now for something completely different. Je hebt in je handen als O:
S10763 HA1082 RA7 KV82
Je speelt tegen de kampioenen van vorig jaar en deze hebben op het vorige spel 6R tegen je geboden en omdat RH goed zat hebben ze dat gemaakt. Nu gaat het bieden (17, N/-):

NoordZuid
1K 1H
2R 2H
3R 4R
6R p
"Eigenlijk zou je nu moeten dubbelen", grapt de tegenpartij, "want de bliksem slaat nooit twee keer in op dezelfde plaats." Doe je dat?

Als je de neiging hebt om ja te antwoorden op deze vraag, moet je toch eens "Why you lose at bridge" van S. Simon (uit 1948!!) lezen, in het bijzonder het hoofdstuk "Slam dubbelen met twee Azen." Simon's verhaal is leerzaam. De kans dat je de tegenpartij verrast met het bezit van twee Azen is niet groot en de kans dat zij een renonce hebben is niet onaanzienlijk. Dus je dubbel zal vaker fout zijn dan goed. Je kan 50 extra winnen en 170 extra verliezen. (340 als ze redubbelen) In de paren ligt het misschien toch weer wat anders: niet veel paren zullen dit slam bieden (moet weer tegen jou gebeuren natuurlijk) dus als het down gaat scoor je sowiewo heel goed, als het gemaakt wordt sowieso heel slecht. Maar klaarblijkelijk heeft N een 6-5 K/R. En je ziet dat alle kleuren kogelrond zitten. Dus laat maar gaan: als je geschoren wordt moet je stilzitten.

Inderdaad had N een H renonce:

17,N/- SAB 
H--
RH10532
KAH10964

SH95
HV9753
RVB9
K53
en de leider gaf alleen troef Aas af. Pech als je zoiets tegen je krijgt, natuurlijk, maar de Oost-speler vatte het sportief op: "De kans dat de bliksem op dezelfde plek inslaat is juist iets groter, want klaarblijkelijk heeft dat pad de minste elektrische weerstand"

Tegen dit belangrijke filosofische inzicht is uiteraard weinig in te brengen. Na afloop van de avond discussieerden we nog in kleine kring over de opmerkelijke uitspraak van (natuurlijk) een Amerikaan: "De kans, dat God bestaat is 67%.
Als je bedenkt, dat kans in brede kring wordt begrepen als het aantal successen gedeeld door het aantal pogingen is het moeilijk voor te stellen wat met deze uitspraak bedoeld kan zijn. Vandaar dat het ook erg laat werd en ik me om redenen die er nu even niet toe doen het laatste gedeelte van de discussie niet precies meer kan herinneren.

Het huiswerk voor deze week:Je moet van
AB10
432
twee slagen maken. Wat is de kans dat je dat lukt? (Geen strikvraag). Entrees genoeg over en weer. 75% (eigenlijk 76%) natuurlijk. Alleen bij HV achter AB10 gaat het fout. Je begint met een kleintje naar de 10 en die wordt genomen door O. Wat is de kans dat de tweede snit goed zit?

Antwoord volgende keer. Belangrijke hint: Wat is de kans dat de <eerste snit fout zit? Ook hier geldt weer, dat de vragen belangrijker zijn dan de antwoorden. Het antwoord: "50%" is niet goed.


E-mail: Jos vanKan