Weekspel – datum 2006

Weekspel – 16 mei 2006

In vorm

Hedwig en ik hebben welgeteld nog 3 weken de tijd om in vorm te raken voor de WK in Verona. Gisteren waren het veelal wisselende berichten, soms zou je denken “nou, die vorm komt er wel”, terwijl het bij tijd en wijle zo slordig of domweg slecht was, dat je je toch grote zorgen zou moeten maken. Van beide een voorbeeld.

Een spel waar we nog trots op konden zijn was spel 1.

1 N/Niem.

8

 

West

Noord

Oost

Zuid

10753

 

Pas

1 (1)

Pas

B102

2SA (2)

Pas

3 (3)

Pas

AKQ102

3 (4)

Pas

4(5)

DBL

Q953

AK1072

4 (6)

Pas

4 (7)

Pas

AK64

QJ

5 (8)

Pas

6

Pas

7643

AQ9

Pas

Pas

 

 

6

854

 

 

 

 

 

B64

 

 

 

 

 

982

K85

B973

Een prachtig biedverloop, naar een schitterend contract, wat erg vaak gemaakt wordt. Zelfs bij optimaal tegenspel maak je het als of de troeven 2-2 zitten (troef twee klavers in dummy, je maakt dan 5 schoppen, 4 harten, 1 ruiten en twee introevers), of de troeven 3-1 (of 4 bij Noord). Je kunt dan ook twee klavers in dummy troeven, maar omdat je de hartens niet meegenomen kunnen worden moet je dan spelen op lengte harten bij K. Een alternatief, volgens Jack het beste (het scheelt echter bijna niets), is de hartens deblokkeren voordat je de tweede troef speelt en hopen dat de troeven 2-2 zitten of de 3 kaart bij de lengte harten.

Voor diegenen die graag willen weten wat dat mooie biedverloop betekent een korte uitleg:

1.      Ik vind hiermee 1SA openen bijzonder slecht, maar er zijn veel mensen die het doen.

2.      Troefsteun, allerlei mogelijkheden.

3.      Wat heb je?

4.      8-11 met een singleton klaver.

5.      Hoeveel key-cards?

6.      1 of 4

7.      Heb je troef vrouw?

8.      Ja, en harten heer ook, maar ruiten heer niet.

Mooi hè? De enigen in de zaal die dit goede slam (ca. 67% bij optimaal tegenspel, een ruitenstart bijvoorbeeld maakt het bijna 100%) boden, maar ja, het zat er niet in dus zero points voor de moeite.

Direct daarna een spel waar we er niet zo goed uitzagen, maar voordat ik daarop in ga eerst even iets anders. Stel iemand stelt u voor om het volgende gokspel te spelen. U moet telkens 1€ inleggen. Telkens als u 1€ ingelegd heeft mag u een munt gooien. Als u besluit niet te gooien krijgt u 1,50€ uitbetaald, als u wel gooit krijgt u 2€ als u kop gooit, maar u bent uw euro kwijt als u munt gooit.

Wat zegt u? Een belachelijk spel? Ieder kind ziet dat u nooit met een munt moet gooien. Dat klopt! Maar waarom is het dan zo dat als precies zo’n zelfde soort situatie bij bridge voorkomt het zo moeilijk is om voor de zekere winst te gaan. Ter illustratie spel 2.

2 O/NZ

Q753

 

106

AQ75

Q54

AJ10642

K

KQ8

A9743

43

1096

73

AJ92

 

98

 

B52

KJ82

K1086

Als Oost speelde ik 4 waartegen Zuid een troefje startte. Ik pakte de Aas, deblokkeerde K en speelde een tweede troef. De beste kans voor het contract is nu?. Gezien? Speel J en gooi een ruiten weg. Als Noord Q heeft zoals hier, troef je vervolgens een schoppen, als Zuid dan overtroeft, zoals hier, kunnen ze nog hooguit 2 ruitens meenemen, contract gehaald. Heeft Zuid Q, dan kunnen ze nog twee ruitens meenemen maar dan heb je daarna de rest. Ik had dit gezien, maar dacht “Als ik A speel en daarna J (ruiten weg), dan maak ik misschien wel 5”. Toen was ik er toch weer ingetrapt… Je kunt namelijk zien dat je in een zeer goed en lang niet aan alle tafels geboden contract zit. In dat geval moet je zelfs in een parenwedstrijd je contract zo veilig mogelijk stellen. 4 contract was al “alles” geweest, dus waarom ik nu het risico nam om voor dat kleine beetje extra (in dit geval overigens niets extra) mijn zekere winst in de waagschaal te stellen… Ik weet het niet. Straks in Verona moet dat echt zorgvuldiger.

Willem jan Maas