Spel van de week 26 November 2013 -- Willem jan Maas

Eindeloze Swiss Butler -- Avond 7

Een avond waarop Hedwig en ik, maar ook onze tegenstanders, bij voortduring ruzie hadden met ruitencontracten. Het begon (voor ons) allemaal op spel 11. Je hebt AHB A7 HB109732 9, je opent 1, partner zegt 1 en je hebt een probleem. 3 is een beetje een rot bod met slechte ruitens en de goede schoppenfit, en 2, wat Hedwig koos, is erg EKAS. (In EKAS is 2 vrij automatisch omdat 3daar mancheforcing is, en dus niet kan.) Nu is het zo dat het 2 bod niet verschrikkelijk veel direct kwaad kan omdat je, als je partner een rood waas voor zijn ogen krijgt, altijd terug kunt naar schoppen. Waarom? Als partner 4 hartens heeft, dan heeft hij zeker 5 schoppens. Zoals al gezegd is 3 met de goede schoppenfit een beetje link want als dat rondgepast wordt kun je zo maar 4 missen. Maar goed, dat gebeurde allemaal niet, Hedwig bood zoals gezegd 2 waarop ik 2SA bood. Voordat u nu naar uw voorhoofd gaat zitten wijzen en/of woedend uw schoen door het beeldscherm gooit, wij spelen in dit biedverloop Lebensohl, dus de betekenis van 2SA is "als jij een minimum reverse hebt, heb ik niet genoeg voor de manche". Er mag op 2SA niet gepast worden. Over 2SA bood Hedwig 4(!) (dat had beter 3 kunnen zijn), waarop ik demonstreerde waarom ik zo'n goede speler ben (ahum!), mijn hand zeer vaardig opnieuw beoordeelde, en constaterend dat ik voor mijn zwakke bieden wel een geweldige kaart had met maar liefst 3 honneurs in partner's kleuren, 6(!) bood. Mooi gedaan, kansloos 1 down. U begrijpt dat ik na 3 van Hedwig volgens dezelfde redenering volstaan had met 5. Dat soort verschilletjes tikt aan kan ik u verzekeren.

Voor het geval dat iemand zich afvraagt wat ik zou bieden, 2, of 3. Op een driekaart?!? Ja, op een driekaart.

Gelukkig waren wij niet de enigen die problemen hadden met ruitencontracten. Maar eerst een biedprobleem (geconstrueerd, maar geïnspireerd door de Master Solvers Club van de Bridge World.

Stel je hebt iets als AHB2 HV63 - B10742

Je partner opent 1. Ongeveer de helft van de geraadpleegde experts bood 2, met het wat blasé commentaar, ik ben sterk genoeg voor de manche en dus begin ik met mijn langste kleur. De andere helft bood 1 omdat ze zich realiseerden dat er na een 2 antwoord een levensgrote kans was dat een een fit in de hoge kleur gemist ging worden. Het risico van 1 is dat je een 5-3 fit mist. Dat werd toch niet als zo erg beschouwd.

Een heel verhaal, maar het komt hier op neer, dat je met een mancheforcing hand "gewoon" met je langste kleur begint tenzij er duidelijke redenen zijn om daarvan af te wijken.

Als je namelijk niet je langste kleur biedt zonder heel duidelijke redenen kunnen er namelijk hele dramatische dingen gebeuren. Dit ondervonden Erik van der Nat en Anne-Marie Visser op spel 9.

Spel 9 Noord
N/OW A
AV87643
10632
6
9652 B1074
B105 H92
B V84
AHB83 1092
HV83
AH975
V754
Noord Oost Zuid West
1 pas 1 (1) pas
2 (2) pas 3SA (3) Allen passen
  1. Ik kan geen reden bedenken waarom niet "gewoon" begonnen wordt met 2
  2. Een normaal rebid. 2 is echt belachelijk.
  3. Nu kun je geen 3 meer bieden, want dat geeft zeker 5 schoppens aan.

Noord paste nu op 3SA. Ik vind dat niet geweldig, want je hebt een troefspel. Ik zou 4 hebben geboden. Helpt niet, want dat gaat kansloos down, maar 3SA werd ook niet gehaald. 6 daarentegen is volledig koud. Wel even rekening houden met restricted choice, maar dat moet echt als bij West in de eerste slag een honneur valt. Het is echt 2 tegen 1 om niet op vallen te spelen.

Door niet te beginnen met de langste kleur waren ze er in geslaagd om hun beste (enige!) fit waarin ze zelfs slam konden maken nooit te bieden. En dat allemaal zonder, na het eerste antwoord op de opening, iets raars te doen.

Nu is het het hele weekend toch matig weer, dus ik zal jullie verblijden met een puzzeltje. Stel je voor dat het spel een beetje anders zit en West bijvoorbeeld Bx heeft en een schopje minder en Oost een ruitje minder en een schopje meer. Waarom moet West dan in de eerste troefronde de B spelen?