Spellen van de Week

Spel van de week 17 oktober 2017—Willem jan Maas

Hybris

Hybris is een woord uit het oud Grieks waarmee een overdreven trots of hoogmoed aangeduid wordt. Het spreekt vanzelf dat in het oude Griekenland in het bijzonder hoogmoed jegens de goden bedoeld werd. Een vertoon van hybris liep nooit goed af. Ook in het moderne leven loopt hybris niet goed af. (Op het gevaar af mijn [weinige] Amsterdamse fans nog verder van mij te vervreemden, kijk eens hoe het Ajax verging nadat ze zich godenzonen waren gaan noemen.)

Een aardig voorbeeld van mijn eigen hybris was spel 9.

Spel 9 Noord
N/OW H83
AB108
B2
H874
107 AV9
HV974 63
A87 V653
A102 VB93
B6542
52
H1094
65

Nadat Peter L. in de eerste hand 1 had geopend en Hedwig in de 4e hand (na twee passen) had heropend met 1, bood ik als Oost 1SA waar het bij bleef. Ron kwam uit met 4 via de H voor de A. Nu moet u weten dat ik bedacht had Peter de rest van de punten had (ik had me duidelijk verteld) en ik dacht derhalve dat ik wel veel kans op 3SA zou hebben. Vol van hybris zag ik geen gevaar en liet V doorlopen. Op dit moment is er nog niks aan de hand, maar Peter dook (goed) en ik dacht dat het geen kwaad kon om nu eerst harten te spelen. Op zich is dat niet intelligent omdat nu het gevaar bestaat dat je niet meer bij je derde klaverslag komt. Veel beter is "gewoon" klaver na. Je maakt dan altijd 3, 2 1 en 1. 7 slagen, saai spel, volgende. Maar kijk wat er gebeurde. Peter pakte A en speelde schoppen. Het is nu nog steeds altijd gemaakt, saai spel. Ik dook, kan, maakt niets uit. Ron pakte en speelde schoppen na. Ik nu klaver naar de Aas en klaver na. Indachtig mijn beeld van het spel dekte ik "natuurlijk" de door Peter nagespeelde B. Dit was het moment dat de goden mij straften voor mijn hybris, want nu kon ik het niet meer maken. Uiteindelijk ging ik 2(!) kwetsbaar down. Niet gek voor iemand die vond dat-ie ook wel in 3 had willen zitten… Nou werd ik op dit spel vreselijk gered door de andere tafel. Daar paste(!) Anke als Noord en dat maakte het voor Bas mogelijk om een jeugdige zwakke twee in schoppen te openen (wat mij betreft verdient dit geen navolging). Hierna ontspoorden OW en kwamen in 3SA gedoubleerd. Omdat zij ook feilloos de weg naar slechts 5 slagen wisten te vinden konden we +900 op dit spel schrijven. Ahum!

Twee spellen later kwam de volgende voor.

Spel 11 Noord
Z/Niem. 532
H106
V74
V865
AB76 HV10
7532 AV
A952 HB103
A B1072
984
B984
86
H943

De meesten zaten in 3SA, maar 6 komt natuurlijk in de buurt (double dummy is het zelfs helemaal koud [met een overslag]).

De vraag is natuurlijk wel, "hoe goed is 6 eigenlijk?"

Eerst maar eens een simulatie met double dummy analyse. We houden OW vast, genereren 1000 verschillende NZ handen en kijken double dummy hoe vaak 6 gemaakt wordt. Dit is in, houd u vast, 88% van de gevallen. Maar we spelen niet double dummy, we spelen gewoon, en dan ben je nog lang niet thuis. Laten we eens kijken hoe je dat zou spelen met een, vrij neutrale, klaverstart.

Je hebt 4, 1 of 2 en een klaverslag. Afhankelijk van hoeveel hartens je hebt moet je dus 5 of 6 troefslagen maken. Het lijkt mij dus aantrekkelijk om naar A te gaan en de hartensnit te nemen. Als-ie goed zit hoef je maar 5 troeven te maken en mag je er een afgeven en dan lijkt het mij goed om AH te slaan. Onmiddellijk gehaald als de troeven 3–2 zitten, nog niet down als ze 4–1 zitten. Als de hartensnit fout zit moet je 6 troeven halen en er geen afgeven, dan lijkt het beste om twee klavers in de hand te troeven terwijl je op V snijdt bij Noord.

Al met al lijkt het er op dat 6 een heel behoorlijk contract is (Egbert Meijer zei dit op de avond al, hulde), want ik denk dat je het ongeveer in (meer dan) 80% van de gevallen maakt als H goed zit en als H mis zit nog in 34% (troef 3–2 met de V goed) van de gevallen (plus een beetje meer voor V sec). Dit is bij elkaar nog (meer dan) 57%. (de helft van 80 plus de helft van 34).

Er is in dit spel nog wel een addertje. Als de hartensnit wint moet je niet A, naar de B spelen. Als Zuid dan wint en een derde troef speelt, kom je onherroepelijk een slag tekort.

Rest mij nog te zeggen dat ik ook bij deze wedstrijdvorm zou willen pleiten voor een nieuw systeem van garantiescores. In plaats van hele rekenpartijen zou ik er voor willen pleiten om altijd de volgende eenvoudige regel toe te passen: Wat je haalt, dat haal je. Zoals het nu is lijkt het een beetje op de Gehaktmolen. We spelen daar wel eens een virtuele clubavond (online bij BBO). Je weet dan onmiddellijk de uitslag. Hedwig en ik zijn dan regelmatig eerste, maar na enige dagen komt er dan altijd een andere uitslag (waarbij de datumscores zijn bepaald op een clubavond in Israel of Ureterp of zoiets). Dan zijn Hedwig en ik nooit eerste.