The play is the thing -- 25 september 2018 -- Jos van Kan

Aldus "the Bard" in Hamlet, frequent geciteerd in Ristig en Onrustig Bridge, mijn eigen favoriete Bridgeboek, nu helaas alleen nog maar antiquarisch verkrijgbaar.

Maar bieden is ook een probleem. Je mag openen, niet tegen wel, met

HV3  AH  AB109532  H 

Doe je gewoon 1 of een semiforcing iets? Koos deed 1 en zat na het 1 antwoord met een levensgroot probleem: hoe vertel je dat je nu een mancheforcing hand hebt? Een praktisch bod lijkt mij nu 3SA: lange en in iedere kleur iets. In de praktijk koos hij voor het giga underbid van 3 en paste op 3SA na een lange soulsearch. Dat toont precies aaan waarom 1-iets-3 niet goed is: je hebt geen idee hoe het verder moet. Het hele spel:

Anneke kwam uit met een kleine en 3SA hobbelde 1 down, terwijl je zowel 6 (koud) of 6 (geïnspireerd) kunt maken. 4 paren zaten in slam, 3 maakten het, want 6SA was het ook niet. De rest zat in manches.

The play is the thing

Een aardige eindfiguur kwam voor in spel 12, waar ik als O na een mult 2 van N 4 moet spelen tegen een uitkomst van 10. Ik zie:

Dit ziet er niet zo best uit. Na deze uitkomst heb ik drie directe verliezers en nog wat werk te doen in de lage kleuren. Ik neem A en vervolg met een kleine troef richting dummy en de 10 houdt de slag. Ik vervolg met troef voor de H van Z, N weg en Z incasseert ook troef A en brengt zijn partner aan slag met H. So far so bad. Deze vervolgt met een kleine , maar ik kan mij niet voorstellen, dat hij de eerste de beste gelegenheid zal aangrijpen om mij een slag cadeau te doen en aangezien ik er toch van uit moet gaan dat V goed zit zal het waarschijnlijk zo zijn, dat Z de V heeft in beide lage kleuren. Als dat waar is, heb ik een soort van vast gewonnen spel tenzij N lange heeft, onwaarschijnlijk gezien zijn multi. Ik pak dus A, incasseer A voor het geval de V sec zit, ga terug naar mijn hand met H, onderdruk de neiging om "Vienna Coup" te mompelen (want het is geen Vienna coup) en speel mijn twee laatste troeven uit. Op de tweede troef moet Z een kaart missen van -- -- Vxx V en dat kan hij niet. Hij kiest voor een kleine en ik heb de rest. 4 wordt in de A driemaal gemaakt, maar het gaat ook driemaal down.

The play is the thing (2)

Op spel 17 moet Robbert Aeyelt Averink in O 3SA afspelen na een uitkomst van 2 (1-3-5). Tegenpartij heeft niet geboden. Hij ziet:

Derde man doet wat hij kan en legt de H en je staat voor een fundamentele keuze: wie heeft A? Als N A heeft moet je tweemaal duiken, als Z A heeft moet je direct opstappen. Robbert heeft net zijn kristallen bol terug van de reparatie en duikt tweemaal. Het hele spel:

The play is the thing (3)

De hele avond zaten de troeven behoorlijk scheef, maar op spel 19 had de kaartenschudder het wel erg bont gemaakt. Je zit in 6 op spel 17 en het hele spel is:

Na dit biedverloop komt Jolanda een beetje ongelukkig uit met een kleine en Koos doet het goed en legt de V. Daarna zijn zijn problemen in principe over, omdat V goed zit en hij gewoon een kan laten troeven waarna hij de troef haalt en slagen zat heeft. Maar ook na een andere start kan het contract worden gemaakt. Bijvoorbeeld na een kleine . Laat lopen naar de B, speel een hoge ,. Je ziet het troefzitsel. dan een kleine naar de V. W moet wel opstappen. Je pakt zijn naspel, deblokkert A, incasseer de tweede -slag en speel V. Als O troeft troef je over, haalt de troef en je hebt de rest. Als O niet troeft, gooi je je laatste af en speel je net zolang tot hij wel troeft. Onderwijl wel even A cashen en zo. Details, details. Niemand maakte verder 6