Spellen van de Week

Spel van de week 30 juni 2020—Willem jan Maas

Het gaat om het bieden…Toch?

Zoals bekend denk ik dat er in spel en tegenspel wel een en ander te halen is en het niet alleen om het bieden gaat. Zo kwamen wij op spel 1 in 6, veel te hoog want doorgaans altijd down bij een klaver start of bij een hartenstart. Voor de goede orde, op dit spel geeft een klaverstart het weg.

Wij kregen een ruitenstart en nu is het plotseling een aardig contract. Omdat je twee hartens weg kunt gooien op de ruitens maak je het nu als de klavers 3–2 zitten met de honneurs verdeeld. Al te zaam maar liefst 51% kans. Maar het zit niet zo en beginnen met een kleine klaver is wel heel raar. Maar Oost verloor zijn concentratie, of had niet geteld, en toen het na AH, hartens weg en troeftrekken, B, H, Aas was gegaan en de tweede klaver uit dummy werd gespeeld stapte Oost op met de V terwijl hij toch echt had kunnen weten dat de leider een 7–2–0–4 had.

U ziet, op dit spel zijn heul veul punten te halen als je oplet in het tegenspel, zelfs na een minder fortuinlijke uitkomst.

Toen kwam spel 7.

4 bieden is het probleem niet. Nu nog even maken. Thijs maakte korte metten met dit spel door (heel zinnig) eerst te proberen de klavers vrij te troeven en toen hij zag dat dat niet ging lukken (slag 4) 10 slagen bij elkaar te harken in een cross ruff. Nu is er niks zo moeilijk dan tijdens het spel van plan wisselen dus, chapeau Thijs! En ja, het is niet 100% dat-ie het nu maakt, Maar zeker de beste manier om te spelen.

Our last exhibit is spel 10.

Wij kwamen in 3SA na een inviterend biedverloop. Ik nam met de Noord hand aan omdat ik vanwege de 5 klaveren geen echt minimum had en omdat stoppen in 2SA in IMPS nou niet de beste strategie is.

Oost kwam uit met en West legde na een kleintje uit dummy na heel lang piekeren de H. Ik had mij nu moeten realiseren dat de schoppens waarschijnlijk 5–2 zaten en dus de ruitensnit moeten nemen. Het snijden met 9 kaarten samen is een terugkomend thema de laatste tijd. Waarom zitten de schoppens 5–2? Heel simpel, met Hxx of H10x heeft West geen probleem, je legt in het eerste geval de de H en het tweede geval de 10. Met H10 sec heb je inderdaad een probleem, dus…

Je bent dan nog lang niet thuis, maar omdat B goed zit maak je wel 9 slagen.

Hans maakte 9 slagen omdat-ie uit de eerste schoppenslag de juiste conclusie trok, hij sneed dus in de ruiten. Daarna kon-ie eigenlijk niet meer down als-ie met de klavers begon. Begin je met de hartens kom je een tempo tekort.

Je ziet, ook op dit spel was het bieden het probleem weer niet. Het venijn zit hem in het af- en tegenspel.