Spellen van de Week

Spel van de week 29 september 2020—Egbert Meijer

Spel van de week 29 september 2020 door Egbert Meijer

Een standaard speelfiguur

Nu ik vaker een stukje van de week zal schrijven, zal ik naast al dan niet smeuïge verhalen van de gebeurtenissen die avond, ook meer technische aspecten van een spel behandelen. Uit de reacties zal ik wel merken of dit op prijs wordt gesteld. Hier een eerste poging.

Enige kennis van vaak voorkomende speelfiguren kan je de nodige bedenktijd schelen tijdens het afspelen. Dit mag er echter niet toe leiden dat je een spel dan vervolgens klakkeloos gaat afspelen. Vaak is er meer om over na te denken. Wat is de meest kansrijke speelwijze om vier slagen te maken van de volgende kleurcombinatie?

A10xxx
Qxx

Er zijn drie voor de hand liggende speelwijzen:

1) Speel een kleinte naar de 10 en sla daarna het Aas 2) Sla het Aas en speel daarna naar de Q 3) Speel een kleintje naar de Q en daarna naar de 10

Wat is de meest kansrijke speelwijze? Als de kleur 3–2 verdeeld is hebben alle speelwijzen dezelfde kans van slagen, namelijk succesvol in 14 van de 20 mogelijke 3–2 verdelingen.

Eerst het Aas slaan of eerst een kleintje naar de Q spelen wint echter ook nog als de kleur 4–1 verdeeld is met de singleton K achter het Aas. Deze twee speelwijzen zijn dus iets beter dan beginnen meteen kleintje naar de 10.

De speelfiguur kwam voor in spel 3 van de avond.

Direct ook maar in een slam dat door bijna iedereen geboden werd. De start was meestal een harten of een ruiten. Als de schoppen snit goed zit hebben we nog maar tien slagen, dus we moeten sowieso dan nog twee klaver slagen maken. Dus gaan we direct op de klavers af. Als we vier klaverslagen maken hebben we de schoppen snit helemaal niet nodig. Door de Q10x van harten in dummy hebben we net genoeg entrees om alle drie genoemde speelwijzen te kunnen toepassen.

De wetenschap dat we eventueel vier slagen in schoppen kunnen maken heeft evenwel grote impact op hoe we de klaveren spelen. Als de klavers namelijk 4–1 of 5–0 verdeeld zijn is het eerst spelen van een kleintje naar de vrouw beter dan beginnen met het Aas te slaan, want met KJxx(x) achter de Q maak je nog steeds twee klaver slagen en met KJxx(x) voor de Q ook. Je kan hierna dan nog proberen of de schoppen snit goed zit.

Voor de gelukkigen die een kleintje naar de 10 speelden waren de bridgegoden hen gunstig gezind. Alleen eerst het Aas slaan was gisteren noodlottig.

Gambling 3SA

Zelf ben ik niet zo'n voorstander van de moderne variant van de 'gambling 3SA', d.w.z. een dichte 7-kaart met niet veel ernaast. Als het al 3SA moet zijn, dan zit het veelal in de verkeerde hand. En de naam zegt het al 'gambling' en ik hou niet zo van gokken tijdens het bridgen. Tegen partners die na een 'ongelukkig bod' zeggen, 'Sorry ik nam een gokje', zeg ik steevast 'Als je wil gokken ga dan naar het Casino'. Maar soms ontkom je er niet aan, je kan nu eenmaal niet alles met zekerheid weten. Hoe dan ook Henk en ik hebben hem op de systeemkaart staan en gisteren opende Henk dan ook 3SA op het volgende spel.

Ik zag dat velen de hand gewoon met 1 hebben geopend. Met 13 punten en een dichte 5-kaart mee ga je dan onherroepelijk een manche bieden. Door de 3SA opening kon ik echter zien dat die er niet inzit. Met de West hand kan je zien dat de schoppen lek zijn en harten Aas mist, dat is te veel om te gokken op een gunstige uitkomst. Ook 5 is het niet, want we missen twee schoppen en A. Dus ik bood 4, een succesje en zonder gokken in dit geval. Bovendien kregen we juist nu wel een gunstige uitkomst, al maakte dat verder niets uit voor het resultaat. Het kan verkeren.