Spellen van de Week

Spel van de week 5 januari 2021—Willem jan Maas

Een nieuwe lente en een nieuw geluid…

O nee, het is nog geen lente. Het is "slechts" een nieuw jaar. Een jaar, hopelijk, dat verlichting gaat bieden op het COVID front. Mijn (en Hedwig's) goede wensen zijn dan ook vooral op goede gezondheid en live dingen ondernemen voor iedereen gericht. De beste wensen voor iedereen!

Bij een nieuw jaar horen onverbrekelijk goede voornemens. Ik hoop dat iedereen ook op bridgegebied goede voornemens maakt. Ik ben zo vrij u een paar suggesties aan de hand te doen.

Leg goed en compleet uit

Net een grammofoonplaat die blijft hangen die man, maar alsjeblieft, alsjeblieft leg volledig en compleet uw biedingen en speelafspraken uit. Bridge heeft dat nodig en dat geldt wellicht voor online nog wel meer dan voor live bridge.

Hierbij bedoel ik dingen als

In de bovengenoemde voorbeelden is de uitleg niet per sé fout, maar men doet ook niet actief zijn best om te zorgen dat de tegenstanders het (kunnen) begrijpen. Als de tegenstanders de fout in gaan omdat ze een, laten we zeggen, omfloerste uitleg niet goed hebben begrepen is dat niet iets om trots op te zijn maar iets om je voor te schamen.

Vraag niet naar de bekende weg

Wat ik ook vaak tegenkom is dat mensen vragen naar dingen waarvan je zeker weet dat ze het weten. Ja het klopt, je hebt bij bridge een onvervreemdbaar recht om te vragen wat er gebeurt, maar vragen om de tegenstander uit zijn concentratie te halen, te irriteren of op een foutje in de uitleg te kunnen betrappen zodat je later kunt zeveren is nadrukkelijk niet de bedoeling.

Complimenteer oprecht

In het bijzonder bij online bridge kan het geen kwaad om zo nu en dan partner of tegenstanders eens een complimentje te geven. Een sportief "ggp (goed gedaan partner)" of "ggo (goed gedaan tegenstanders)" kan enorm bijdragen aan het spelplezier. Realiseer je echter wel dat een ggp als de score alleen maar goed is omdat de tegenstanders hebben geblunderd weer valt in de categorie irritant gedrag.

Als toetje toch ook nog een paar spelletjes.

Dit spel vond ik grappig omdat er twee technische puntjes in zaten die eigenlijk binnen het bereik van iedereen zouden moeten zitten, maar die toch teleurstellend vaak fout gaan.

Ten eerste wat moet je naspelen in slag 2 nadat je met A uitgekomen bent. Schoppen is absoluut het beste. Als je Zuid namelijk kunt laten troeven verzeker je je van een slag met troef H.

Ten tweede, moet je in slag 5 V dekken? Het antwoord is Nee!. Je moet alleen dekken als er iets te promoveren valt en in dit geval kan dat niet omdat partner hooguit een doubleton heeft. Zelfs als dat Bx is maakt dekken niet uit. Je krijgt altijd één slag en nooit twee.

Collega Bas droeg een spel aan wat ik met veel plezier opneem. Niet alleen omdat het karakteristiek is voor de manier waarop Iwan het spel benadert, maar ook om dat Kees Schipper het lijdend voorwerp is. Dit klinkt op zijn minst hardvochtig, dat weet ik, maar als je ziet wat hij en Fred ons aangedaan hebben op de spellen 5 en 6 begrijpt u dat een beetje leedvermaak ten koste van Kees een beetje balsem op de wonde was.

Het betrof spel 13.

Toen Fred met 1 opende had zelfs Iwan, die het verschrikkelijk vindt om met een opening te passen, niks te bieden. In de tweede ronde was de situatie wat dat betreft niet verbeterd, dus weer tandenknarsend gepast. Nadat 1SA naar hem was uitgepast vond hij het welletjes en kon (in zijn visie) eindelijk gedoubleerd worden.

Bas restte niets anders dan zijn kleuren van laag naar hoog te bieden en telkens als hij gedoubleerd werd weg te lopen. Deze bijzondere strategie bereikte twee dingen. Ten eerste kwamen Kees en Fred in een "doubling rhythm" terecht. Daar waar 2 niet down kon, was 2 wel rijp voor de slacht. Kees koos er voor zich niet te laten beïnvloeden door het feit dat zijn defensieve potentieel met elk bod lager werd. 3 kan met geen 10 paarden down en uiteindelijk maakte Bas zelfs 11 slagen. Wat kunnen we hiervan leren? Rhythm doubles zijn meestal geen goed idee.