Spellen van de Week

Spel van de week 17 augustus 2021—Rosalind Hengeveld

Good-Bad

Laten we het eens hebben over een bieddilemma dat zich vaak voordoet en dat je vast wel kent. Je hebt in handen:

A73 Q65 J54 QJ93

En de bieding begint (O/NZ):

Heeft partner nu: (1) een inviterende hand? Dan moet je nu zeker iets bieden, 3SA of 4. Of heeft zij (2) een competitieve hand, waarmee drie laag spelen, zelfs als dat down gaat, beter lijkt dan 2 verdedigen, zeker om matchpunten? Dan moet je nu beslist passen, ondanks je maximum.

Hetzelfde dilemma heb je als oost nu 3 in plaats van 3 biedt. Is dat een kaart waarmee oost altijd 3 zou herbieden, met sprong na bijvoorbeeld 1-1SA zonder tussenbieden? Of is ook dat dan weer een competitieve hand, een vrij minimale opening met lange ruiten?

Deze zomerdrives speel ik met Rob Dankers. Als half gelegenheidspaar hebben we enkele afspraken gemaakt, maar een oplossing voor bovenstaand dilemma maakt daar geen deel van uit. In de praktijk op spel 18 aan onze eerste tafel bood Rob 4. Dat ging twee down, want het spel zat als volgt:

Misschien verbaas je je over mijn opening van 1. De reden is: als ik 1 open, heb ik geen bevredigende herbieding op 1, want voor 2 zie ik graag een zeskaart en voor 1SA liever geen twee lage harten. Deze biedtruc is onder goede spelers bekend (en controversieel).

Nu de oplossing. Die staat bekend onder de naam Good-Bad, werd de bridgewereld in geslingerd door Marty Bergen (van de Bergen Raises) in diens boek Better Bidding with Bergen, Volume II – Competitive Bidding, Fit Bids & More, Max Hardy, 1986 (ISBN 0–939460–33–5), pagina 112–124.

De idee is dat een vrijwillige bieding op drieniveau zonder sprong, zoals 3 of 3 in bovenstaande situaties, inviterend (maar niet forcing) is; partner wordt uitgenodigd door te bieden, bijvoorbeeld 3SA. Met competitieve handen, waarmee je de deelscore wilt betwisten maar partner niet wilt uitnodigen door te bieden behalve met aanzienlijke overwaarde, bied je dan een kunstmatige, rondeforcing 2SA. Partner biedt daarop 3 als hij/zij dat wil spelen ingeval 2SA was gebaseerd op een klaverenkleur – 3 is dus niet verplicht – en de 2SA-bieder corrigeert zo nodig.

De voornaamste voorwaarden waaronder deze 2SA-conventie geldt, zijn:

Voor wie meer wil weten, zie een beschrijving op een systeemboek van mij: https://rosalind.home.xs4all.nl/bridge/romi/generiek.htm#good-bad

Als je deze Good-Bad 2SA speelt, is het een van de meest voorkomende biedconventies; de frequentie ligt in de buurt van die van Stayman of azenvragen.

Voor Rob en mij was 4 ongedoubleerd min twee nog goed voor 43%, want het is voor NZ zelfs 4 als je Q vindt, en dat staat er ook een keer op (noord is trouwens te sterk voor 2; kan beter 2 bieden). 3 –1 staat er tweemaal op en was 64% waard.

###Jezus redt

Het spel van de week was natuurlijk spel 21:

Ondanks al ons biedlawaai op tramkaartjes zijn Rebecca de Bruijn & Eppo Hartman een van slechts twee paren die het koude grootslem uitbieden, zij het in tweede instantie na een redbod van ons.

Rob vond dat hij nog 7 had moeten bieden (met open kaarten vier down, na begrijpelijke ruitenstart in de dubbelrenonce drie down voor 86%). Met evenveel recht kun je vinden dat ik dat had moeten doen. En met iets minder recht kun je vaststellen dat als west past op 6, noord dat ongetwijfeld ook doet, voor ongeveer een gemiddelde.

We hebben het hier vaker gehad over uitnemen. Je hebt spelers die daar gek op zijn. En je hebt er die er een hekel aan hebben (bekend als Jezus redt). Als je uitneemt, doe je het in twee gevallen fout: (1) als je te veel down gaat (zie voor een gruwelijk voorbeeld het Spel van de week 6 april 2021, spel 11); of (2) als hun geboden contract down gaat. Een voorbeeld van dit laatste was spel 24:

Rob en ik spelen geen Muiderberg, vandaar Rob zijn initiële pas (al is 1 openen ook denkbaar). 3 is Bergen Raise: uitgelegd als 6–9 punten met een vierkaart schoppen.

5 kan twee down maar ging drie down na een dubbele hartensnit. Dat is wel als je niets weet de beste kans met 76%, tegen beginnen met het aas slaan met 65%, en eerst snijden en dan slaan is het allerslechtst. Het maakt echter niet uit, want zoals je ziet gaat 4 altijd down. De discipelen van het uitnemen deden het op spel 21 goed, op dit spel 24 verkeerd.